Er zijn verschillende soorten tomaten. De teelt komt echter voor allen overeen. Goede compost of koeienmest is een pre! Tomatenplanten moeten kunnen klimmen. Wij als kweker laten een tomatentouwtje naar beneden hangen in de kas en zetten die aan de voet van de tomatenplant vast met een lus. In deze lus kan de tomaatstengen dikker groeien zonder zichzelf af te knellen. Let daar op! Elke andere constructie is denkbaar. Een bamboestok, een gaasrekje, een gaastunnel waar je de planten overheen laat groeien………. Wel altijd in de zon. Liefst in de kas voor optimaal resultaat.
De tomatenplant groeit niet vanzelf draaiend en wel in het touwtje, dus moeten we de plant helpen. We draaien de hoofstengel dus om het touw heen (met de klok mee) en helpen hem zo de hoogte in te groeien. Ondertussen groeien er allerlei andere stengels mee die voeding van de plant stelen. We noemen deze stengels dan ook “dieven”. Deze dieven, die op mini-tomatenplantjes lijken, groeien vanuit de bladoksels. Deze moeten verwijderd worden. Uitbreken met de hand gaat gemakkelijk als ze klein zijn. Als het een oerwoud geworden is (bij terugkomst van uw vakantie bijvoorbeeld) is een mesje handig. De tomaat is een zelfbestuiver, maar het stuifmeel moet wel loslaten. Door te dieven en in te draaien beweegt de plant wel wat en laat er wat stuifmeel los. Beter nog is de plant te “tikken” of “trillen” waardoor het stuifmeel beter loslaat. Vingertikjes tegen de trossen geven is voldoende. Als er mooie trossen gevormd zijn, kan er blad worden geplukt. De onderste trossen kunnen rijpen als ze vrij in de zon hangen. Bladstengels moeten dus verwijderd worden. Deze kunnen geknakt worden met de hand, maar een mesje kan behulpzaam zijn.
Tip 1: Stro rondom de planten kan onkruidgroei tegengaan.
Tip 2: Bij verdachte plekken op de stam van de plant wat lijkt op rot, deze bestuiven met basalt-lavameel.
